Pluk de dag

Precies vijftig jaar geleden vandaag, overleed mijn vader door een ongeluk op het werk. Hij was 29 en ik 9 jaar oud. De ochtend dat hij vertrok van huis was net als elke andere. Boterhammen mee, een kus wellicht aan zijn echtgenote.  Hij kwam niet meer thuis. Ik leef dus al twee keer zo lang als hij ooit geleefd heeft. Bizar.

We staan pas stil bij de vluchtigheid van het leven als er iets ernstigs gebeurt. Een slecht nieuws bericht bij de huisarts of erger. En de ene dag vloeit in de andere. Soms is het goed bewust te zijn van het feit dat élke dag telt.

De momenten die ik mij het beste kan herinneren met mijn vader? De spannende dingen. Alles wat we met hem deden voelde als een avontuur. Dat deed hij in de tijd die hij vrijmaakte voor ons naast zijn werk en studie. Niet vaak, maar dan wel intens en volledig in het moment.

De Romeinse Stoicijn Seneca heeft het ‘Carpe Diem’ van zijn tijdgenoot de dichter Horatio heel goed verwoord;

“Laten we met heel ons hart, alle afleiding negeren en ons richten op één enkel doel, voordat we ons te laat realiseren dat de snelle en niet te stoppen vlucht van de tijd achter ons ligt.  Elke dag die aanbreekt, verwelkom deze als de beste van allemaal, maak deze tot je eigendom. We moeten grijpen wat vluchtig is”.

We krijgen één kans op vandaag. Je hebt maar 24 uur om deze te pakken. En dan is ie voor altijd weg. Zul je vandaag ten volle benutten? En je best doen om je beste zelf te zijn?

Horatio zei letterlijk: ‘Carpe diem quam minimum credula postero’ wat zoveel betekent als; ‘pluk de dag, en vertrouw zin min mogelijk op de volgende’.

Positief geïnterpreteerd: wat doen we om er vandaag alles van te maken voordat deze door onze vingers glipt en tot het verleden behoort? En wat willen zeggen als iemand ons vraagt wat we gister hebben gedaan? Niets?

maandag 2 november 2020