Altijd en nooit
“Altijd” en “nooit” in confrontaties gaan over de persoon en niet over haar of zijn gedrag. Het klopt ook niet; niemand doet iets “altijd”. Het wordt ook ervaren als een persoonlijke aanval. Deze twee woorden worden vaak gebruikt en zijn zelden waar.
“Altijd” en “nooit” vervangen door bijvoorbeeld “vaak”, houdt de focus op waar het over gaat, namelijk de feiten. De stapel afwas of het huisvuil dat niet buiten is gezet. Of de niet opgeruimde koffiebekers op het werk.
Jij en je gesprekspartner zullen het nooit 100% met elkaar eens zijn. En soms zegt de één iets waardoor de ander zich gekwetst voelt. En dan praat je het uit. Resultaat? Een oplossing of compromis en beiden voelen zich gehoord.
Wat ook kan werken als “altijd” of “nooit” de kop opsteken: “Wat je nu zegt zorgt er alleen maar voor dat we er niet uit gaan komen. Als je er klaar voor bent om erover te praten, dan ben ik er om te luisteren”. Bovendien maakt een goede discussie onderdeel uit van elke gezonde relatie.