De aarde als experiment
Er wordt veel gepraat over CO2, dat vluchtige kleurloze gas dat van nature in onze atmosfeer zit. Sinds vlak voor de industriële revolutie zit er ongeveer 43% meer CO2 in de lucht. Met name het verbranden van fossiele brandstoffen zoals hout, kolen, olie en gas zorgt voor de toename, en dat baart sommigen zorgen. Maar niet iedereen. Dat komt omdat er geen onmiddellijke dreiging is. Zeespiegelstijging ligt relatief ver in de toekomst. Dat gaat de huidige dertiger of veertiger niet meer meemaken. Maar haar kinderen wel. De wetenschap is het erover eens dat alleen onmiddellijke actie de kans op hele grote problemen verkleint. Volgens wetenschapper Vaclav Smil is het onbedoelde gevolg van deze zorgwekkende ontwikkeling dat het een fundamentele motivatie vormt voor een nieuw vertrekpunt voor het managen van hoe we met elkaar en de wereld omgaan.
Het bedrijfsleven en overheden zijn wel bezig met CO2-reductie, maar het is gezien de schaal van wat op ons afkomt totaal ontoereikend. Het lijkt of we niet goed willen zien dat de mensheid met een groot experiment bezig is. Al in 1957, ruim 60 jaar geleden, concludeerden Hans Suess en Roger Revelle al dat ‘mensen een grootschalig geofysisch experiment aan het uitvoeren zijn dat nog nooit was gedaan en ook niet meer kan worden gedaan in de toekomst. Binnen enkele eeuwen geven we aan de atmosfeer en de oceanen de geconcentreerde organische koolstoffen terug die in honderden miljoenen jaren zijn opgeslagen in afzettingsgesteenten’.
De roep om verandering komt altijd uit de maatschappij. Bedrijven hebben de verantwoordelijkheid naar aandeelhouders om winst te maken. Zodra er vraag komt naar verantwoord CO2-reducerend gedrag zal hierop worden ingespeeld. Een voorbeeld is biologisch en gezond eten dat tot tien jaar geleden niet of nauwelijks te vinden was bij supermarkten als Jumbo en Albert Heijn. Omdat er steeds meer vraag kwam zijn deze winkels dit in hun assortiment gaan opnemen. We zien dit ook gebeuren met producten en diensten die een lagere CO2 uitstoot genereren. Ouders die zich zorgen maken over de toekomst van hun kinderen nemen dit nu al mee in hun afweging bij welk bedrijf ze kopen.
Bedrijven die deze trend zien en omarmen en daadwerkelijk durven te investeren in iets wat nu onnodig lijkt zijn de koplopers in een noodzakelijke ontwikkeling richting drastische vermindering van broeikasgassen. Gedwongen om landelijk of internationaal toonaangevend te blijven zien steeds meer bedrijven in dat verlaging van de CO2 footprint een voorname manier is om in de uiterst competitieve markt een financieel gezond businessmodel te handhaven.