Het stellen van de juiste vraag
De dingen waar je niet toe komt zijn vaak dingen die er écht toe doen.
Een zenmeester liep met zijn leerling elke morgen door de tuin van het klooster. De leerling vroeg op een dag aan het einde van de wandeling: ‘meester, wat is de zin van het bestaan?’ De zenmeester gaf geen antwoord. Want het antwoord bederft de vraag.
Op de tweede dag vroeg de leerling nog voor het einde van de wandeling: ‘zenmeester, wat is de zin van het bestaan?’ De meester antwoordde niet, hij keek de leerling slechts aan.
Op de derde dag vroeg de leerling al bij aanvang van de wandeling: ‘zenmeester, wat is de zin van het bestaan?’ In zijn opwinding gleed de leerling uit en viel in het naastgelegen ravijn. Als door een wonder wist de leerling zich vast te bijten in een uitstekende twijg. Zo hing hij daar, de doodsangst in zijn ogen.
De meester boog zich over de rand van het ravijn en zei tot de leerling, ‘stel nu je vraag opnieuw’.
Opgetekend door Harry Starren in The Optimist Magazine nr 1/2018 in het themanummer over of we wel zinvol aan het werk zijn.
Het antwoord vind je met de juiste vraag. Wie dat door heeft, heeft geen moeite met het vinden van de koers.