Kwaad
Boosheid ontstaat als je een beeld hebt over hoe dingen zouden moeten zijn, hoe mensen zich zouden moeten gedragen of hoe dingen zich moeten ontvouwen, terwijl de realiteit is dat deze niet overeenkomen met die verwachting.
En boosheid blijft als er onvoldoende flexibilteit is om te accepteren dat de externe realiteit altijd anders zal zijn dan verwachtingen en wensen.
In feite is kwaad zijn een teken dat we proberen (en falen) om anderen en dingen te sturen. We hebben dan onvoldoende gerealiseerd dat anderen niet te sturen zijn. De wereld is niet zo ontworpen dat iedereen danst op het deuntje van ons bandje. Hoe mooi we onze eigen muziek ook vinden.
Mensen nemen hun eigen beslissingen, altijd. Ze kunnen zeker worden beïnvloed, maar volledige controle hebben we niet.
Met dit besef ben je dus altijd kwaad op jezelf. Een volgende keer is het goed twee vragen te stellen. Wat probeer ik te bereiken met boos zijn? En wie heeft er het meeste last van?
Wat verder helpt is realiseren dat er niet zoiets als falen bestaat, alleen een andere uitkomst dan de verwachting. Zo kun je niet lang meer kwaad blijven.