Vertrouwen op tegenliggers

Het rijden op een smalle tweebaansweg met aan weerszijde bomen is voor de meesten van ons geen vervelend of angstig iets. We vertrouwen op onze ervaring en op de techniek van de auto en we zijn er helemaal niet zo mee bezig. Autorijden gaat heerlijk automatisch.

Het verkeer is eigenlijk een collectieve vertrouwenskwestie.  We gaan ervan uit dat iedereen bekwaam is en zich aan de regels houdt. Tot dat niet het geval is.

Deze week reed ik op voornoemde volstrekt lege smalle tweebaansweg met bomen. In de verte kwam een auto mij tegemoet, op mijn baan.. Hij kwam alleen zo snel dichterbij dat ik besefte, dit gaat mis, een spookrijder. Een meter of dertig van mij vandaan zwiepte de tegenligger terug naar zijn eigen weghelft.

Wat kan dit zijn geweest? Het is niet uitgesloten dat  de man of vrouw op de telefoon zat. Een paar seconden later, en een frontale botsing was niet uitgesloten.

Mateloos geschrokken reed ik naar de parkeerplaats van een patatzaak even verderop. Tien minuten tuurde ik in stilte voor me uit. Wat doe ik hier nu mee?

Ik besloot dat vanaf dit moment mijn telefoon in de auto uit staat. Alles met dit apparaat is afleidend, ook bellen. Tegenliggers moeten op mij kunnen vertrouwen. Dit liep met een sisser af, en met een levensgroot inzicht. Het kan in een seconde afgelopen zijn.

vrijdag 15 maart 2024